2018 Uitgelicht

Inleiding

Met het jaarverslag leggen de Hoge Raad en de procureur-generaal bij de Hoge Raad publiekelijk verantwoording af over de verrichte werkzaamheden en de middelen die daarvoor zijn ingezet.

Het jaarverslag gaat in op de ontwikkelingen in 2018. In de rubriek ‘2018 Uitgelicht’ gaat het over de positie van de Hoge Raad in de rechtsstaat en de drie kerntaken van de Hoge Raad: het bieden van individuele rechtsbescherming, het zorgen voor rechtseenheid en het bijdragen aan de rechtsontwikkeling. De laatste taak is tegenwoordig de kerntaak van de Hoge Raad. Ter illustratie worden per rechtsgebied enkele zaken besproken waarin de Hoge Raad het afgelopen jaar uitspraak heeft gedaan en die belangrijk zijn geweest voor de rechtsontwikkeling. Het jaarverslag gaat ook over de maatschappelijke betekenis van de Hoge Raad. Om goed recht te kunnen spreken, zal de Hoge Raad moeten luisteren naar wat er leeft en speelt in de juridische praktijk en in de samenleving als geheel. Niet om met de wind van de dag mee te waaien maar wel om goed te weten en te begrijpen wat er in brede kring leeft. Hoe de Hoge Raad dit doet, komt uitgebreid aan de orde. Ook wordt in dit jaarverslag ingegaan op de externe en interne klachten en de cijfers over 2018.

2018: een memorabel jaar
2018 was een memorabel jaar. Het was het jaar waarin de Hoge Raad 180 jaar bestond. De Hoge Raad werd op 1 oktober 1838 ingesteld. Naast burgerlijke zaken en strafzaken behandelt hij sinds 1915 ook belastingzaken. Het was eerst nog niet zo vanzelfsprekend dat de Hoge Raad ook belastingzaken voor zijn rekening zou nemen. Uiteindelijk is dit in 1914 in de wet geregeld. Daarmee werd de Hoge Raad ook bestuursrechter. Het aantal belastingzaken nam al snel zozeer toe dat het nodig werd daarvoor een aparte derde kamer in het leven te roepen, naast de civiele en de strafkamer. In 2018 bestaat de Hoge Raad nog steeds uit deze 3 kamers.

2018 was ook het jaar waarin het wetenschappelijk bureau (WB) van de Hoge Raad een jubileum vierde: het bestond precies 40 jaar. Het bureau werd in 1978 opgericht voor de ondersteuning van de leden van raad en parket bij de voorbereiding van de arresten en de conclusies door middel van juridisch onderzoek. Het WB bestond destijds uit 7 medewerkers; inmiddels is het bureau uitgegroeid tot zo’n 100 talentvolle, veelal jonge, juristen. Zij worden ook wel WB’ers genoemd. Meestal hebben zij al enkele jaren praktijkervaring als zij bij de Hoge Raad komen te werken. Ze werken in het algemeen 5 tot 6 jaar bij de Hoge Raad. Ze doen voorbereidend onderzoek en schrijven ook concepten voor conclusies en arresten. Veel WB’ers bekleden later belangrijke functies, velen van hen in de rechterlijke macht of in de wetenschap. Drie WB’ers van het eerste uur, Jaap van den Berge, Theo Groeneveld en Leo van Dorst, zijn alle drie na verloop van tijd lid van de Hoge Raad geworden en zijn na circa 40 jaar werken in 2013, 2018 en begin 2019 met pensioen gegaan.

Sinds de oprichting van de Hoge Raad 180 jaar geleden is er veel veranderd. De drie kerntaken heeft de Hoge Raad altijd gehad, alleen is er in de loop van de jaren wel sprake geweest van een accentverschuiving. De kerntaken zijn samen te vatten in drie R’s. De Hoge Raad doet aan rechtsbescherming door in te grijpen als een rechtbank of gerechtshof de wet, een verdrag of een regel van ongeschreven recht in een concreet geval onjuist uitlegt of toepast of als de betreffende uitspraak onvoldoende wordt gemotiveerd. De Hoge Raad draagt daarmee bovendien bij aan rechtseenheid en aan rechtsvorming voor andere gevallen. In de eerste tijd na de oprichting van de Hoge Raad was de primaire taak het waarborgen van de rechtseenheid, dus ervoor zorgen dat het recht in Nederland overal op dezelfde manier wordt toegepast. In de twintigste eeuw is de Hoge Raad steeds meer vrijheid gaan nemen bij de uitleg en nadere invulling van de wet en bij het accepteren van regels van ongeschreven recht, buiten de wet. Ook keek de Hoge Raad bij het uitleggen van de wet steeds meer naar de achterliggende bedoelingen van de wetgever en naar praktische en maatschappelijke gevolgen van zijn beslissingen. De wetgever kan bij het maken van een nieuwe wet niet alles voor- en overzien. De Hoge Raad is op deze manier steeds meer aan rechtsvorming gaan doen. Als gevolg van deze ontwikkeling wordt de rechter tegenwoordig, net als de wetgever, gezien als een autoriteit die een belangrijke taak heeft bij de vorming van het recht.