Signalen aan de wetgever

Belastingkamer

Intrekking van een BTW-identificatienummer is een volgens de belastingwet genomen besluit, maar geen voor bezwaar vatbare beschikking
In deze zaak had de Inspecteur van de belastingdienst iemands btw-nummer ingetrokken. De Hoge Raad stond voor de vraag of die intrekking kan worden aangevochten voor de belastingrechter. De Hoge Raad is van oordeel dat dit niet mogelijk is, omdat een besluit van de inspecteur tot toekenning of tot intrekking van een BTW-identificatienummer nergens in de belastingwet is aangewezen als een voor bezwaar vatbare beschikking. Belanghebbenden kunnen tegen de intrekking van een BTW-identificatienummer wel terecht bij de burgerlijke rechter. De Hoge Raad constateert in dit verband dat de wet niet voorziet in een regeling over de toekenning van een BTW-identificatienummer en de eventuele intrekking daarvan. Daardoor bevat de wettelijke regeling geen voorschriften waarin het hiertoe bevoegde bestuursorgaan wordt aangewezen en waarin de rechtsbescherming tegen besluiten tot het toekennen of intrekken van een BTW-identificatienummer is geregeld. Wat betreft de aanwijzing van het bevoegde bestuursorgaan kan deze lacune volgens de Hoge Raad door de rechter worden weggenomen, in die zin dat moet worden aangenomen dat de belastinginspecteur, gelet op het wettelijk systeem, het bevoegde bestuursorgaan is voor de toekenning – en ook voor de intrekking – van het BTW-identificatienummer.

ARREST
HR 13 april 2018, ECLI:NL:HR:2018:505